Er
was eens Lang geleden, woonde in een stad hier ver vandaan een jong
meisje, S.M., dat net van huis was weggelopen. Zij was een rebel in
hart en nieren. Ze had onderdak gevonden in een huis voor rebelse
jongedames en heren en klom 's avonds vaak stiekem door haar slaapkamerraam
naar buiten om de wijde wereld te ontdekken. Op een avond ging zij
samen met haar vriendin, M.S., naar het hol van een wilde troep rockers
in die stad. Die avond speelde daar een bandje, Meneer Grootvoet En
De Koeken. Die muziekanten kwamen uit de grote stad Amsterdam en stonden
erom bekend zich te omringen met nog wildere boppende rockers. Dat
vond dat kleine meisje wel spannend. Door eens flink met haar (toen
nog) behoorlijke borsten te wiebelen kreeg ze kontakt met de roadie
van de band en al snel zaten ze in een hoekje van het hol te zoenen.
Gezien het feit dat de roadie net bezig was met het verwerken van
een verloren liefde en de vage achtergronden van het meisje in kwestie
was dit alles nogal een wankele basis om een relatie te beginnen.
Ondanks al deze slechte voortekenen zetten ze dapper door en op een
goede dag vond het meisje woonruimte in de grote boze stad. Ondertussen
beleefde ze veel plezier met al die lui met zwarte leren jasjes aan,
leerde dansen en houden van rock 'n' roll, wurmde zich in petticoat,
jarretelles en pumps en ontdekte tot haar grote geluk dat ze niet
alleen stond in haar rebelse gedachtengang.
Samen
met de door haar op slinkse wijze veroverde prooi stortte zij zich
op een clubhuis voor de troep rockers in Amsterdam. Hij zorgde ervoor
dat er regelmatig een band speelde, zij inde al het daarmee verdiende
geld en alle andere Bopcats werkten keihard om van de Cruise een succes
te maken. Dat meisje, dat was ik, de prooi was Rob Michels en de vriendin
Monique Schamhart (nu decennia lang de beste vriendin en moeder van
het kind van Theo Borsen). De wilde troep rockers, dat waren de Bopcats
en het clubhuis heette Cruise Inn. In de loop der jaren is Cruise
Inn overgedragen aan een volgende generatie rockers, verhuisden nogal
wat Bopcats waaronder ik, kwamen er kinderen en ging eenieder zijns
weegs. Tot 15 september jongstleden! Iedereen kwam weer bij elkaar
in de Cuise Inn en het is gek, het is raar, het is vreemd en ook geweldig,
maar alles was weer net als toen. De bandjes, de mensen, sommigen
zagen er iets anders uit maar iedereen is nog net zo leuk!